90% of meer van de energie die een gloeilamp opneemt, wordt omgezet in warmte. Die warmte stijgt echter naar boven, waardoor we er helemaal niets van voelen. Bovendien gaan gloeilampen niet lang mee en produceren ze op die manier behoorlijk wat afval.
Milieuonvriendelijke én verloren energie dus. Reden genoeg voor de Europese Unie om de lampen te verbieden en een mooie motivatie voor de sector om op zoek te gaan naar efficiëntere alternatieven. Gevolg: te veel keuze! Wij zetten de voor- en nadelen van alle lichtbronnen op een rijtje.
Halogeenlampen
Halogeenlampen lijken van alle lichtbronnen het meest op de gloeilamp. Ze werken volgens een vergelijkbaar systeem, maar zijn energiezuiniger. Om die reden wordt de halogeenlamp ook wel de verbeterde gloeilamp genoemd. Halogeenlampen zijn net als gloeilampen goedkoop in aanschaf, maar gaan zo’n 40% langer mee.
Toch vreten halogeenlampen in vergelijking met spaar- en ledlampen nog steeds een bom energie. Ook gaan ze minder lang mee dan hun alternatieven en worden ze snel heet.
Spaarlampen
Al sinds 1990 wint de spaarlamp aan populariteit. De voornaamste reden daarvoor schuilt in de naam van deze lichtbron: een spaarlamp is energiebesparend. Waar een gloeilamp slechts 1.000 tot 1.500 branduren meegaat, kan een spaarlamp maar liefst 5.000 tot 10.000 uren verlichting bieden. Daarnaast levert ze 3 tot 5 keer meer licht dan een gloeilamp en gaat er met een rendement van 40% minder energie verloren aan warmte.
Een nadeel aan spaarlampen is echter dat ze breekbaar zijn bij grote hitte. Als spaarlampen breken, kunnen er giftige gassen vrijkomen. Ook voelen ze vaak erg heet aan.
Tl-lampen
Tl-lampen danken hun naam aan hun “tube luminescent” (letterlijk: lichtgevende buis). Ze werken op dezelfde manier als spaarlampen en lichten op door een fluorescerende laag. Daardoor duurt het enige tijd voor de lampen hun optimale verlichtingsniveau halen. Wanneer ze dat doen, geven ze echter veel licht. Bovendien kennen ze een nog langere levensduur dan spaarlampen: gemiddeld 18.000 branduren. Met een hoog rendement van wel 65% verbruiken ze weinig energie.
Tl-lampen zijn gekend voor hun felle, kille licht. Dat maakt de lampen erg geschikt in werkplaatsen en garages, maar wordt vaak als een nadeel ervaren als het gaat om huiselijke verlichting. Ook komt er kwik vrij wanneer je de lamp laat vallen.
Ledlampen
Ledlampen zijn de beste keuze voor wie op zoek is naar lampen met een lange levensduur. Met 30.000 tot 50.000 branduren vind je geen betere lichtbron. Ledlampen geven net als spaarlampen een sterk licht af, maar kennen een hoger rendement (50%). Anders dan spaar- en tl-lampen halen ze echter meteen hun volle lichtsterkte. Ook zijn ze vrijwel niet te breken en weerstaan ze koude en trillingen zonder problemen.
Ledlampen zijn in aanschaf behoorlijk duur. Maar door hun lange levensduur en hoog rendement, verdien je de investering wel makkelijk terug binnen 1 à 2 jaar.
Vraag je je af welke lichtbron het meest geschikt is voor jouw ruimte en situatie? Contacteer ons dan voor een persoonlijk advies. We staan je graag bij.